‘Wat muzikanten doen is echt magie’
Hij schildert nooit portretten, maar voor icoon Debbie Harry maakt Chris Berens een uitzondering. Hoe hij vanuit een loods in Bos en Lommer de nieuwe Blondie-cd schilderde.
door Dirk Koppes
Hij schildert nooit portretten, maar voor icoon Debbie Harry maakt Chris Berens een uitzondering. Hoe hij vanuit een loods in Bos en Lommer de nieuwe Blondie-cd schilderde.
Zijn schilderijen roepen vergelijkingen op met zowel Vermeer, Rembrandt als Hieronymus Bosch. De Nederlandse kunstenaar Chris Berens (1976) schept in zijn werk een volstrekt unieke wereld, die wemelt van sprookjesachtige figuren, verloren kinderen en mysterieuze Madonna’s en kleine mensjes. Hij maakt nooit portretten, maar nu heeft hij een uitzondering gemaakt voor jarentachtigicoon Debbie Harry en haar band Blondie. Binnenkort ligt hun album Panic of Girls in de winkels, met Berens’ doek op de omslag.
Hoe ben je met Blondie in contact gekomen?
‘Gitarist Chris Stein van Blondie heeft ooit, ik denk twee jaar geleden, wat werk van me gekocht bij Jaski Art Gallery, mijn vaste galerie in Amsterdam. We raakten per e-mail aan de praat en zijn eigenlijk nooit meer gestopt. We bellen regelmatig en mailen praktisch dagelijks. Halverwege is Debbie ingehaakt. We hebben het veel over muziek, kunst, sinds kort kinderen, en de dagelijkse beslommeringen van muzikanten en kunstenaars. Mijn werk is wat dat betreft veel minder interessant, ik beleef de avonturen in mijn eigen hoofd. Daar gebeuren behoorlijk opwindende dingen, maar in werkelijkheid zit ik 12 uur per dag met een penseel in mijn hand op een verwaaid bedrijventerrein in Bos en Lommer.’
Heb je Debbbie ook in levenden lijve ontmoet?
‘Afgelopen december had ik een show in New York. We zouden tijdens ons bezoek aan New York ook naar Chris gaan, die een mooie treinreis buiten New York woont, maar die dag stak een sneeuwstorm de kop op. Chris was op dat moment bij Debbie en kon niet naar huis, dus spraken we af bij Debbie thuis, die op Manhattan woont.’
Wat was de briefing voor het album?
‘We hebben het bij Debbie thuis in New York uitvoerig gehad over wat haar precies aantrok in mijn werk. Na onze eerste echte ontmoeting waren we allemaal erg enthousiast geworden. Diezelfde dag vlogen mijn vriendin en ik terug naar Nederland en ben ik meteen aan het werk gegaan. Verder heb ik de titel van het album Panic of girls in mijn achterhoofd gehouden.’
‘Ik heb ze alle nieuwe schetsen en vorderingen doorgestuurd, en zij stuurden mij ruwe opnames en verschillende mixen van nieuwe nummers door. Ik heb niet naar de teksten geluisterd, maar heb die weken dat ik eraan werkte, alleen maar Blondie gedraaid. Zowel nieuw als oud materiaal, vooral het nummer Atomic. Aan het eind van elke dag stuurde ik de vorderingen door. De volgende ochtend kon ik dan vaak rekenen op een uitvoerige mail als commentaar.’
Op de hoes staat een blonde vrouw, in veel mist en flarden gehuld en verhuld. Moeten we daar Debbie Harry in zien?
‘Die grote vrouwenfiguur is – voor mij – inderdaad Debbie. Tijdens onze brainstormsessies prefereerden we haar Blondie te noemen. Ik heb veel foto’s van Debbie genomen. Die had ik allemaal uitgeprint en opgehangen verspreid over mijn studio. Dus in essentie is het wel geënt op Debbie. Wat er zichtbaar is ten minste. Haar ogen en een hint van een mond. De figuren die haar omringen hebben geen speciale betekenis, behalve de vijf mensfiguurtjes om haar heen. Dat is de rest van de band.’
Hoe is het om te werken met zo’n muzikale beroemdheid?
‘Het zijn onzettend lieve mensen, en ik ben altijd gefascineerd door muzikanten. Ik kan ze echt benijden. Als de chemie juist is in de samenstelling van een band, gebeurt er iets dat zoveel meer is dan de combinatie van die 3 of 4 instrumenten en die stem. Dat is wat mij betreft pure magie.’
‘Muziek neemt je mee, brengt je in vervoering, roept emoties op. Zonder af te doen aan schilderkunst, want die ambieert niets minder, maar bij schilderkunst kun je hooguit een kijkrichting afdwingen. Ik ben Blondie dan ook erg dankbaar dat ik heb mogen meekijken en -luisteren naar hoe muziek ontstaat. Waar de magie erin sluipt.’
Is dit schilderij een nieuwe stap in je ontwikkeling als kunstenaar? Ga je andere mensen portretteren?
‘Nee, ik denk niet dat ik vanaf nu bestaande mensen ga portretteren. Maar elk nieuw schilderij is wel weer een nieuwe stap in mijn ontwikkeling. Ik heb door de jaren heen een hele specifieke techniek ontwikkeld, uit frustratie geboren. Al mijn hele leven leef ik voor een deel in de werkelijkheid, voor een deel in mijn fantasiewereld.’
‘Altijd ben ik omgeven door de meest wonderlijke wezens… Ik zal niet zeggen dat ik ze echt zie, ze zijn in mijn hoofd, maar die wereld is minstens even echt als de werkelijke wereld. Die innerlijke wereld wil ik vastleggen. Ik kan de twee werelden goed van elkaar scheiden, maar laat ze vaak met opzet overvloeien. Ook die samensmelting wil ik graag vastleggen.’