Blondie door de ogen van Chris Berens
Aan het op stapel staande comeback album van Blondie kleven opvallende Nederlands kleurtjes. Het surrealistische hoesontwerp is van de Amsterdamse schilder Chris Berens, inmiddels een huisvriend van Debbie Harry en 'haar jongens'.
LOUIS DU MOULIN
Popartpionier Andy Warhol en toonaangevend collega-surrealist Hans
Rudolf Giger gingen hem voor. Kunstschilder Chris Berens (1976) bevindt
zich dus in illuster gezelschap met zijn fantasievolle portretten van
Debbie Harry, vaak in de wandeling vereenzelvigd met haar band Blondie.
Wat zijn creaties nog eens extra bijzonder maakt is dat ze voor het
comeback album van de Amerikaanse poplegende werden vervaardigd, terwijl
dat nog volop in de maak was. ,,Normaal schilder ik geen bestaande
mensen, omdat dat vaak wederzijds frustreert,” bekent Berens. ,,In dit geval was
er dagelijks contact, werkten we wekenlang zo wat gelijk op. Ik stuurde
aan het eind van de dag mijn schetsen en ideeën naar New York, de
volgende ochtend ontving ik dan van de mensen van Blondie hun nieuwe
liedjes of de mixen die ze tussentijds hadden klaargestoomd. Al die tijd
dat ik voor hun bezig was heb ik alleen maar hun repertoire geluisterd,
wat het project voor toch wel zeer persoonlijk maakt.”
De vriendschappelijke samenwerking is een voortvloeisel uit de
toevallige ontdekking van Berens’ werk bij Jaski Art Gallery in
Amsterdam door Blondie’s gitarist Chris Stein, alweer zo’n twee jaar
geleden. ,,Per e-mail raakten we aan de praat over van alles en nog wat,
halverwege is Debbie Harry ingehaakt. De twee zijn al geruime tijd geen
‘lovers’ meer, maar nog altijd wel dik bevriend. In december was ik met
mijn vriendin voor een tentoonstelling in New York en toen zijn hebben
we elkaar bij Debbie thuis in ontmoet. Over mijn werk waren zij en Chris
zo enthousiast dat ik meteen na terugkeer in Nederland aan de slag ben
gegaan, met in mijn achterhoofd de titel, Panic Of Girls.”
Berens heeft het kernkoppel van Blondie plus aanhang intussen leren
kennen als ‘ontzettend lieve mensen’. Debbie Harry, in de jaren zeventig
en tachtig razendpopulair als trendsettend sekssymbool, trof hem vooral
in het ontbreken van sterallures en andere ijdelheden. ,,Ze is nu 65,
dus je verwacht allerlei pogingen om jonger en mooier te lijken, maar
daar wilde ze toen ik haar portretten van haar maakte toch echt niets
van weten. Een beetje make up, omdat ze net uit bed kwam? Overbodig!
Ach, ergens begrijp ik dat wel, want deze vrouw is toch wel
aantrekkelijk. Ze is tijdloos, heeft haar eigen energie, ook iets ongrijpbaars,
iets afstandelijks, waardoor ze soms bijna als niet van deze wereld overkomt.”
Over de muzikale inhoud van ‘de nieuwe Blondie’, het eerste studio-album
van de band sinds 2003, is Berens bijna als vanzelfsprekend zeer
enthousiast. ,,Het gaat zoals wel vaker bij Blondie alle kanten op, new
wave, punk, poppy, Debbie zingt zelfs in het Frans en Spaans.” Zelf
kijkt hij vooral uit naar de luxe editie met magazine, waar zijn werk
over enige pagina’s wordt belicht. Verder schildert hij maar rustig door
in zijn atelier in Bos en Lommer, gemiddeld twaalf uur per dag. ,,Wat
dit project verder teweegbrengt zien we wel. Het gaat me toch om de
artistieke waarde, echt zakelijk ingesteld ben ik niet. Maar stel dat de
vraag plotseling explodeert, dan nog verandert er niet veel, ik kan niet
ineens met vijftig opdrachten aan de slag.”
This article is part of Blondie: Panic of Girls